Onderduiken in de Koninklijke Schouwburg

Tijdens de oorlog woont conciërge/toneelmeester Timmer nog altijd ín de Koninklijke Schouwburg. Samen met zijn vrouw in kinderen verblijft hij op de bovenste verdieping, die we nu kennen als het Paradijs.  

De heer Timmer weet zich gedurende de oorlog koest te houden voor de Duitsers en zich keurig te gedragen... maar hij zit bij het verzet. Wanneer de Duitsers ‘s nachts het pand verlaten, neemt Timmer onderduikers mee naar de zolder boven de zaal. Hier houden ze zich schuil tot ze terechtkunnen bij een onderduikadres in Den Haag. Bijna niemand weet van deze geheime operaties, zelfs Timmers vrouw is niet op de hoogte. 

Op de zolder boven de zaal zijn in totaal ruim vierhonderd mensen ondergedoken. Op de foto hieronder zie je een aantal namen op de muur, die de onderduikers daar hebben aangebracht. Ook is er een liggende vrouw op de muur getekend. De zolder is nog steeds te betreden via een houten trap bij het derde balkon. 

Luikjes in de koepel
De onderduikers die op de zolder van de Koninklijke Schouwburg zitten, kunnen zelfs de zaal in kijken. Bij de koepel die het plafond van de zaal vormt, zitten luikjes. De luikjes hebben de vorm van kleine brievenbussen. Wanneer je ze vanaf de zolder openklapt, heb je een goed zicht op de eerste rijen van de zaal.

Première Don Giovanni

En op 19 november 1942 zijn die eerste rijen van de zaal gevuld met Duitse hoge officieren. Het Deutsches Theater speelt die avond namelijk de première van Don Giovanni op een speciale galavoorstelling voor Joseph Goebbels. Goebbels is op dat moment de minister van Volksvoorlichting en Propaganda. Veel Duitse officieren zijn aanwezig in de schouwburg, waaronder Arthur Seyss-Inquart (Rijkscommissaris van Nederland), generaal Reinhardt (bevelhebber van de Duitse troepen) en natuurlijk Goebbels zelf. 
 
De onderduikers die boven de zaal zitten, houden zich muisstil tijdens de voorstelling...  

Terug naar rondleiding