Hebriana is onze nieuwe voorstelling, die te zien is in de Koninklijke Schouwburg en in de theaters in het land. Je ziet niemand minder dan Soumaya Ahouaoui, Jacqueline Blom, Hein van der Heijden, Keja Klaasje Kwestro, Mark Rietman, Betty Schuurman en Joris Smit in regie van Erik Whien. Hebriana gaat over een familie die voor het eerst in lange tijd weer samenkomt om midzomeravond te vieren. Naarmate de avond vordert, borrelen lang onderdrukte angsten en verlangens op...
“In de loop van de repetities ben ik die titel als een soort verkapte regieaanwijzing van Norén gaan zien: luister naar haar!” - Erik Whien
De grote vraag waar regisseur Erik Whien tijdens de voorbereidingen van Hebriana mee worstelde was: waarom heeft de Zweedse toneelschrijver Lars Norén dit familiedrama Hebriana genoemd? Anders dan bij Hamlet is ‘de jongste zus’ Hebriana niet in elke scene te vinden, maar begeeft zich eerder aan de rand. "In de loop van de repetities ben ik die titel als een soort verkapte regieaanwijzing van Norén gaan zien: luister naar haar!”
“In het stuk beschrijft Norén Hebriana als ‘licht autistisch’. Ik durfde daar niet te veel aannames over te doen, daarom zijn we in gesprek gegaan met een klinisch psycholoog. Ik besefte dat Hebriana niet ‘ziek’ is, maar een ander perspectief op de werkelijkheid heeft. De familie en hun aanhang hebben met elkaar een consensus over wat de werkelijkheid is. Hebriana ervaart die werkelijkheid anders, maar het is niet zo dat de werkelijkheid van de moeder en de zussen belangrijker is dan de werkelijkheid van Hebriana. Dat is de sleutel geweest. Het gaat om perspectief.”
Meet the cast
Over schrijver Lars Norén
Lars Norén wordt op 9 mei 1944 geboren in Stockholm. Het overgrote deel van zijn jeugd brengt hij door in een dorpje in Zuid-Zweden, waar zijn vader werkzaam is in een hotel. Als jongvolwassene openbaren zich symptomen van schizofrenie waarvoor hij enige tijd opgenomen wordt in een psychiatrische inrichting. Maar hij verdwijnt daar niet in zijn ziekte. Integendeel, in deze jaren ontwikkelt Norén zich ook tot een dichter die zijn werk de wereld instuurt. Hij heeft een aanzienlijke lezersschare en krijgt ook literaire navolging. In 1973 zal hij zijn eerste toneelstuk schrijven, De vorstenlikker. Het is geen publiekssucces, maar door het controversiële karakter van het stuk is zijn naam wel gemaakt. In de volgende decennia kent Norén een grote productiviteit en worden zijn teksten overal in Europa gespeeld. Niet in de laatste plaats in Nederland, waar zijn vriend Karst Woudstra een groot pleitbezorger, vertaler en regisseur van zijn werk is.
In dat werk staan meestal een psychiatrische problematiek en de gespannenverhoudingen in gezin en familie op de voorgrond. Keer op keer lijkt Norén terug te keren naar zijn jeugd, waarin hij worstelde met de demonen is zijn hoofd, maar evenzeer met de moeite die het hem kostte als jong mens zijn weg in de wereld te vinden. Zijn personages zijn weliswaar psychisch beschadigd, maar de wereld waarin zij hun plek moeten vinden is evenzeer stuk. Zij bevolken een westerse grote-stadsamenleving waar ecologische belangen en een gezond en dragelijk sociaal verkeer ondergeschikt zijn gemaakt aan de harde economische praktijk. Alsof hij wil uitdragen, wie is hier nou gek? Want is niet de vanzelfsprekendheid waarmee de meesten van ons zich aanpassen aan de kille en onpersoonlijke maatschappelijke regels en normen, merkwaardiger dan de innerlijke strijd van de geesteszieke personages, die perplex staan over alles wat scheef en onrechtvaardig is in de wereld?
Vanaf de jaren negentig gaat Norén ook meer en meer zijn eigen teksten en het werk van anderen regisseren. Met het nodige succes, maar zijn werk en persoon blijven controversieel. In zijn latere toneelstukken, veel korter dan zijn vroegere werk, richt hij de schijnwerper op het fysieke, verbale en politieke geweld, waar onze moderne levens en samenlevingen van zijn doordesemd. Hij sterft 26 januari 2021, op zes-en-zeventigjarige leeftijd, aan de gevolgen van een Covid-19 besmetting.